Katoen is een natuurlijke plantenvezel en bestaat voor ongeveer 91 procent uit cellulose, die wordt gewonnen uit de vruchtkapsels van de katoenplant.
Viscose behoort tot de groep van door de mens gemaakte vezels met een natuurlijk basismateriaal, cellulose. Viscose, d.w.z. de viscosevezels, is dus geen synthetische vezel. De grondstof wordt hoofdzakelijk verkregen uit hout. Viscose wordt ook "rayon" of kunstzijde genoemd en wordt vaak gebruikt als een goedkoper alternatief voor zijde die van stapelvezels wordt gemaakt.
Linnenvezel is een natuurlijke plantenvezel gemaakt van de stengels van de vlasplant en is een absolute zomerstof. Zij wordt gebruikt voor kleding, beddengoed en dekbedden. De basisbouwsteen van de vezel bestaat voor 70 procent uit cellulose en bevat daarnaast plantaardige lijmen en wassen.
Zijde is een natuurlijke dierlijke vezel en verwijst naar de vezels die uitsluitend worden verkregen uit de cocons van de zijdespinnende rupsen, de zijdemot. Men kan alleen de zijdedraden gebruiken van de moerbeimot, een bepaalde vlindersoort.
Wol is een natuurlijke dierlijke vezel en verwijst naar de ondervacht van het schaap, maar ook van sommige kameel-, geiten- en konijnensoorten. Zuivere scheerwol wordt verkregen van levende dieren tijdens het scheren, de eerste keer dat de wol verwerkt wordt. Dit type wol is van de hoogste kwaliteit. De sterkte en de eigenschappen van de wolvezels zijn afhankelijk van het specifieke schapenras. Wol is een fijne, zachte, glanzende en licht elastische vezel. Het kreukt weinig, is warmte-isolerend en temperatuurregulerend. Het is ook vuil- en vochtafstotend en heeft een goed absorptievermogen.
Polyester is een kunstmatige vezel en microvezel en bestaat uit polyethyleentereftalaat, kortweg PET. De basisbouwstoffen zijn steenkool, kalk, ruwe olie en aardgas. Polyester wordt ook gebruikt in andere toepassingen zoals plastic flessen, de zogenaamde PET-flessen. Polyestervezels zijn op veel gebieden populair omdat ze de hoogste scheur- en slijtvastheid hebben.